Na de Tweede Kamerverkiezingen onderzoeken de grootste politieke partijen of ze samen een kabinet willen vormen. Op de onderhandelingstafel ligt ook een aantal grote economische dossiers waarover de nieuwe coalitie spoedig een knoop zal moeten doorhakken.
Nu de verkennende gesprekken tussen de lijsttrekkers van start gaan om te onderzoeken welke coalitie er mogelijk is, zal alvast op hoofdlijnen worden onderhandeld over grote thema’s. Daarbij zijn de winnaars van de verkiezingen, de PVV en NSC, nu aan zet. Regeringspartij VVD verloor 10 zetels en wil niet in een nieuw kabinet, maar overweegt wel gedoogsteun.
Vanuit het bedrijfsleven werd vlak voor de verkiezingen bezorgd gereageerd op de stand van de Nederlandse politiek. Ondernemers zeiden te vrezen voor de ‘betrouwbaarheid en stabiliteit’ van het bestuur, bleek uit een onderzoek onder ondernemers dat VNO-NCW en MKB-Nederland en opiniemagazine Forum lieten uitvoeren.
Zorgen bij bedrijven
Nu de voorlopige verkiezingsuitslag bekend is, pleiten de werkgeversorganisaties bovenal voor een stabiele meerderheidscoalitie. “Een coalitie die opereert binnen de kaders van de democratische rechtstaat en met oog voor onze (handels)positie in de wereld en in de Europese Unie”, schrijven zij in een verklaring.
De zorgen van ondernemers liggen vooral bij de problemen die de afgelopen jaren niet zijn opgelost. Denk aan het beter belonen van mensen die meer willen werken, het terugdringen van het woud van regels op het gebied van administratie en toezicht en bovenal de sterk gestegen rente en kosten voor energie en grondstoffen.
Tegelijkertijd wordt met argusogen gekeken welke kant de nieuwe coalitie op gaat bij een aantal grote economische dossiers die door vorige kabinetten op de lange baan zijn geschoven. We pikken er vijf uit.
1. Arbeidsmigratie
Het tekort aan personeel wordt door veel bedrijven genoemd als een van hun grootste problemen. Ruim 75 procent van alle ondernemers ervaart een tekort aan arbeidskrachten, bleek deze zomer. Dat leidt tot hogere werkdruk, gestegen arbeidskosten (doordat werknemers vaker van baan wisselen of meer loon eisen) en het moeten aannemen van minder geschikt personeel.
Omdat het aandeel werkzoekenden beperkt is, drijven veel bedrijven op personeel uit het buitenland dat tijdelijk in Nederland komt werken. Dat kunnen arbeidsmigranten zijn die laaggekwalificeerd seizoenswerk doen (glastuinbouw, landbouw, voedingsindustrie en logistiek) of kennismigranten met specialistische kennis, die bijvoorbeeld in huis worden gehaald door een hightechbedrijf als ASML, zakelijke dienstverlener PWC of banken.
Gezien de strenge migratiestandpunten van met name de PVV en NSC is de vraag of arbeidsmigranten straks nog welkom zijn in Nederland. En zo ja: welke arbeidsmigranten dan en hoeveel? “We hebben niet genoeg aan alleen Nederlands talent”, schreef ASML de dag na de verkiezingen alvast bezorgd in een verklaring. Een vrees die zal worden gedeeld in alle sectoren waar Nederlandse arbeidskrachten niet of nauwelijks te vinden zijn.
2. Klimaatbeleid
Dan het klimaatbeleid. De afgelopen kabinetten hebben ingezet op ‘groene groei’: oftewel het stimuleren van bedrijven die duurzaam werken door middel van subsidies en via wet- en regelgeving. Met als einddoel: het concurrentievermogen van Nederland versterken en tegelijkertijd het gebruik van fossiele energie terugdringen.
Gaat dat beleid op de schop? De PVV vindt elke euro die naar klimaat of stikstof gaat een verspilde euro. Ze staan daarin niet allen. Er zitten straks zo’n veertig leden in de Tweede Kamer die willen stoppen met klimaatbeleid, dat juist is bedoeld om verdere opwarming van de aarde te stuiten en meer extreem weer te voorkomen. Maar zonder subsidies kunnen veel (jonge) bedrijven niet concurreren met hun fossiele concurrenten, terwijl ook veel grote energieprojecten niet zonder overheidsbijdrage van start kunnen gaan.
Daarentegen zien andere grote partijen het klimaat wel als een serieus probleem, en zij zeggen de klimaatdoelen wel te willen halen. Zo wil NSC dat de uitstoot van CO2 van bedrijven zwaarder belast wordt. Bovendien zal Nederland zich moeten houden aan Europese klimaatafspraken die zijn ondertekend, en die juridisch bindend zijn.
3. Rekeningrijden
Een van de thema’s die na de val van het kabinet controversieel zijn verklaard is het voornemen om automobilisten vanaf 2030 te laten betalen naar gebruik, beter bekend als rekeningrijden. Het idee is dat je niet langer een vast bedrag betaalt voor autobezit, maar belasting afdraagt op basis van het aantal gereden kilometers. Dus hoe minder je rijdt, hoe minder je betaalt.
Dergelijke plannen liggen er al jaren, maar zijn urgent geworden doordat de overheid minder inkomsten ophaalt uit accijnzen op benzine en diesel nu er steeds meer elektrische auto’s rondrijden. Ook verwachtte het vorige kabinet dat rekeningrijden er uiteindelijk voor zorgt dat bedrijven en huishoudens hun voertuigen ‘bewuster gaan gebruiken’.
Maar er zitten de nodige praktische bezwaren aan rekeningrijden. Zo blijkt dat mensen met een kleinere portemonnee zo’n kilometerheffing moeilijker kunnen betalen, en daardoor de auto vaker moeten laten staan. Terwijl bijvoorbeeld op het platteland geen alternatief vervoer voorhanden is. De vraag is of de PVV en ook de zelfbenoemde automobilistenpartij VVD dat laten gebeuren. Niet onbelangrijk in de discussie: als het rekeningrijden niet doorgaat, kan Nederland honderden miljoenen aan EU-subsidie verliezen.
4. Schiphol en Lelystad Airport
Nog een onderwerp (of eigenlijk meerdere) dat controversieel is verklaard: hoe ziet onze luchtvaart er in de nabije toekomst uit? Er moeten belangrijke besluiten worden genomen over het maximumaantal vliegbewegingen en de beoogde nieuwe aanvliegroute naar Schiphol, die over de provincies Utrecht en Overijssel gaat. En moet vliegen zwaarder belast worden?
Het gevallen kabinet was daarnaast van plan om in de zomer van 2024 eindelijk een besluit te nemen over de opening van Lelystad Airport. Dat nieuw aangelegde vliegveld was bedoeld om Schiphol vanaf 2018 te ontlasten door het overnemen van tienduizenden vakantievluchten, maar ging nooit open omdat het niet voldoet aan eisen voor stikstof, fijnstof en geluidsoverlast voor omwonenden.
Als het aan de PVV ligt, mag Schiphol blijven groeien en wordt de vliegbelasting geschrapt zodat vliegen betaalbaar blijft. “De Nederlandse luchtvaart is onmisbaar voor ons vestigingsklimaat, onze economie, industrie, internationale handels- en exportpositie en versterkt de Nederlandse strategische autonomie (…) Schiphol mag dus blijven groeien”, schrijft de partij in zijn verkiezingsprogramma. Over Lelystad Airport wordt niet gerept. NSC wil dat nieuwe vliegveld niet open voor passagiersvluchten, de VVD juist weer wel. Genoeg om over te praten dus.
5. Vastgoedbeleid
De verkiezingsuitslag is tot slot ook binnen de vastgoedsector met de nodige argwaan ontvangen. Hoewel de PVV vooral bekendstaat om zijn ultrarechtse standpunten, geldt dat – net als bijvoorbeeld de zorg – bepaald niet voor de huursector. De grootste partij in de nieuwe Tweede Kamer belooft zijn kiezers lagere huren, zij het zonder concrete plannen te noemen.
Al zal het toekomstig beleid mogelijk in lijn zijn met de plannen van het gevallen kabinet, dat bestaande huurwoningen betaalbaarder wilde maken voor mensen met een middeninkomen. De Raad van State is echter kritisch op dit wetsvoorstel (Wet betaalbare huur) omdat er een reëel risico is dat deze regulering leidt tot minder huurwoningen. De wet zal binnenkort aan de Tweede Kamer worden voorgelegd.
Een andere logische optie is het verhogen van de huurtoeslag. Of het verplichten van een lagere huurprijs voor slecht geïsoleerde woningen, zoals NSC graag ziet. Tegelijkertijd zeggen alle grote partijen dat zij meer betaalbare woningen willen bouwen, de vraag is alleen hoe? Daarbij moeten scherpe keuzes worden gemaakt of dit wordt overgelaten aan de markt, of dat de overheid zich ermee gaat bemoeien.